
G.J. Resink
Gertrudes Johannes Resink was een Nederlands-Indonesische dichter. Aan het einde van de koloniale tijd was hij lid van de De Stuw-groep, een groep van hooggeplaatste Nederlanders (o.a. politici, wetenschappers en juristen) die streefden naar een onafhankelijk Indonesië binnen een Nederlands gemenebest. Dit ging de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders, inclusief Soekarno, niet ver genoeg, en uiteindelijk bleef de invloed van de De Stuw-groep beperkt.
Na de onafhankelijkheid nam Resink de Indonesische nationaliteit aan, en hij bleef zijn hele leven in Jakarta wonen. In 1997 stierf hij op 85-jarige leeftijd. Een van de hoogtepunten uit het dichtoeuvre van Resink is het gedicht ‘Soeling op Kali-Oerang’. Dit gedicht werd gepubliceerd in het tijdschrift De Fakkel in 1941. Dat tijdschrift was een jaar eerder opgericht met als doel om de Nederlands-Indische cultuur tot uiting te laten komen. In plaats van geïmporteerde Nederlandse cultuur, of traditionele inlandse cultuur, moest juist het intellectuele en culturele leven van het moderne Nederlands-Indië centraal staan. Uiteindelijk heeft De Fakkel, uitgegeven door de Koninklijke Drukkerij De Unie in Batavia (Jakarta), maar een jaar bestaan.
Hieronder het gedicht Soeling op Kali-Oerang. Ouderwetse en Indonesische woorden in het gedicht zijn cursief, en worden onder het gedicht verduidelijkt.
Soeling op Kali-Oerang
G.J. Resink
Een hoge soeling fluit
alleen maar voor de maan,
die in het oosten uit
een streek, ver hier vandaan,
bij Klatèn in de buurt,
door ’t fluiten aangevuurd
bloemrood is opgegaan.Zacht ademt dit geluid,
hier fluit een ziel zich uit,
en als het is gedaan,
dan staat de witte maan
hoger dan de vulkaan,
die vuren veren ruit.Die nacht slaapt alles uit,
totdat de morgenmaan
bij ’t bergland is gaan staan,
waar Boroboedoer ligt.Dan komt de loerah uit
een verre desa aan
en met bezorgd gezicht
zegt hij, dat naar verluidt,
een kind is doodgegaan
die nacht.
Een soeling (modern Indonesisch ‘suling‘) is een soort blokfluit, gemaakt van bamboe. De fluit wordt gebruikt als begeleidingsinstrument door gamelanorkesten, die Javaanse, Soendanese (West-Java) en Balinese volksmuziek spelen. Naast Java en Bali komt de soeling ook voor op de Molukken en in het zuiden van de Filipijnen.
Kali-Oerang is de oude spelling van het stadje Kaliurang, gelegen op de zuidelijke helling van de Merapi-vulkaan. Dichter G.J. Resink kwam oorspronkelijk uit Jogjakarta, en het toeristische Kaliurang ligt daar maar 25 kilometer vandaan. In het Javaans betekent de naam van het stadje ‘garnalenrivier’.
Klatèn (tegenwoordig Klaten zonder accent) is een stad en regentschap in Centraal-Java. Het ‘ver hier vandaan’ in het gedicht slaat in werkelijkheid op zo’n 30 kilometer, de afstand die Klaten hemelsbreed ten oosten van Kaliurang ligt.
Nadat de maan eerst in het oosten (in de richting van Klaten) te zien was, is de maan verderop in het gedicht ‘bij ’t bergland waar Boroboedoer ligt’. De Borobudur-tempel ligt ongeveer 20 kilometer ten westen van Kaliurang. De tempel, gebouwd in de negende eeuw, is een van de grootste boeddhistische heiligdommen ter wereld. De tempel, die te bezichtigen is, staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
De loerah (lurah) is de leider van een kelurahan: een wijk, dorp of groep van dorpjes. Een kelurahan heeft op Java gewoonlijk een paar duizend inwoners. In het gedicht staat dat de loerah er aan komt lopen uit een desa (oud-Nederlands ‘dessa’). Een desa is in principe hetzelfde als een kelurahan, alleen is de leider van een desa geen lurah maar een kepala desa (dorpshoofd). Het verschil tussen de twee soorten dorpen is dat een lurah wordt benoemd door de overheid van de stad of het regentschap, terwijl de kepala desa democratisch wordt gekozen door de dorpsgenoten.
Zoet & Zondig
Het gedicht is ook gepubliceerd in het boek Zoet & Zondig, samengesteld door Helga Ruebsamen. Dit boek, in 2003 gepubliceerd door uitgeverij Prometheus in Amsterdam, is een samenstelling van verhalen uit Nederlands-Indië en Indonesië. Het boek wordt niet meer gedrukt maar is soms nog wel beschikbaar op Marktplaats of in winkels voor tweedehands boeken.
Pingback: Top 11: boeken over Indonesië | In de Archipel·
Een opmerking bij de beschrijving van dit gedicht: G.J.Resink, voor mij Oom Han, was een broer van mijn moeder. Mijn grootouders hadden een buitenhuis in Kaliurang, een heerlijk koel en niet toeristisch plaatsje op de berghelling van de Merapi. De familie was daar vaak en graag. De titel van dit gedicht is dus niet toevallig gekozen. Met vriendelijke groet, Artha Ament