Om het toerisme te bevorderen heeft de Indonesische overheid ’10 nieuwe Bali’s’ aangewezen, waar jaarlijks miljoenen buitenlandse toeristen zouden moeten komen. Van het Tobameer tot Komodo, en van de Bromovulkaan tot de Molukken, op deze 10 plekken moet onder andere de infrastructuur verbeterd worden om de toeristenstroom aan te kunnen.
Achtergrond van de 10 nieuwe Bali’s
Al sinds jaar en dag is Bali de belangrijkste toeristische bestemming van Indonesië. In de jaren 60 lag het eiland op de route van de ‘hippie trail’ tussen Europa en Australië, en vooral sinds de jaren 70 is het aantal hotels en toeristische attracties enorm snel gegroeid. Volgens gegevens van het statistisch bureau zijn er inmiddels 2.079 hotels op Bali. Van de ongeveer 12 miljoen internationale toeristen in Indonesië in 2016 ging ongeveer de helft alleen naar Bali, terwijl het eiland maar 0,3% van het Indonesische oppervlakte beslaat en 1,6% van de bevolking herbergt.
Toerisme is vrij belangrijk voor de Indonesische economie, maar dan vooral op Bali. Andere eilanden zien relatief weinig (buitenlandse) toeristen, met uitzondering van een paar plekken zoals de Gili-eilanden en Jogjakarta, en internationale zakenreizigers die naar Jakarta komen. De overheid ziet dan ook grote kansen om het aantal toeristen te vergroten door niet alleen Bali maar ook andere bestemmingen te benutten. Vooral de groeiende groep Chinese toeristen biedt veel mogelijkheden. In 2016 waren de belangrijkste groepen toeristen de Chinezen, Singaporezen en Maleisiërs (uit elk land ruim 1,5 miljoen toeristen) en Australiërs (1,3 miljoen). Uit Europa kwamen er vooral toeristen uit het Verenigd Koninkrijk (350.000), Frankrijk en Duitsland (elk 250.000) en Nederland (200.000).

Amsterdamse tram met reclame voor ‘Wonderful Indonesia’ (foto: traminfo.nl).
Het doel van de Indonesische overheid is om het aantal toeristen te vergroten tot zo’n 20 miljoen in 2019. Dit is op zich geen rare ambitie: de veel kleinere landen in de regio Maleisië en Thailand hadden in 2016 al respectievelijk 27 en 33 miljoen buitenlandse toeristen. Een paar jaar geleden begon Indonesië om deze reden met de campagne ‘Wonderful Indonesia‘, maar om ervoor te zorgen dat niet iedereen alleen naar Bali gaat wordt er ook ingezet op het trekken van toeristen naar andere gebieden.
Om deze reden heeft de overheid ‘10 nieuwe Bali’s‘ aangewezen, oftewel tien bestemmingen waar de toeristische infrastructuur uitgebouwd kan worden, om het succes van Bali te kunnen herhalen. Voor de 10 nieuwe Bali’s wordt er natuurlijk gewerkt aan marketing, maar ook aan de bouw en uitbreiding van luchthavens, wegen, bruggen havens, elektriciteit- en drinkwaternetwerken en de ondersteuning van lokale bedrijven voor het opzetten van hotels, reisbureaus, attractieparken, etc.
Voor Bali zelf, en ook voor Jakarta en Batam, wordt vooral ingezet op het trekken van zakelijke reizigers door het organiseren en faciliteren van conferenties en internationale evenementen.

Ligging van Bali en de ’10 nieuwe Bali’s’ in Indonesië.
1. Tobameer (Noord-Sumatra)
In de jaren 80 en 90 was het Tobameer na Bali de belangrijkste toeristische attractie van Indonesië. Bij het Tobameer, en dan vooral in het dorp Tuktuk op het eiland Samosir, zijn dan ook veel hotels, bungalows en restaurantjes. Na de economische en politieke crisis in Indonesië van eind jaren 90 heeft het Tobameer zich echter nooit helemaal weer hersteld. Terwijl toerisme op Bali snel weer groeide, onder andere door goede vliegverbindingen en investeringen in hotels, bleef het Tobameer achter. Veel van de hotels staan meestal grotendeels leeg, en er wordt dus ook niet veel meer geïnvesteerd in onderhoud. De afgelopen jaren kwamen er ongeveer 15.000 buitenlandse toeristen per jaar; het doel voor 2020 is een miljoen!
Het Tobameer is het grootste meer van Indonesië. Het is een kratermeer in de ‘supervulkaan’ Toba, en het meer en de omringende bergen vormen een indrukwekkend landschap. Tot nu toe was de gangbare manier om er te komen via Medan Airport, en dan een busreis van zo’n 5 uur. Onlangs is echter het vliegveld van Silangit, een paar kilometer ten zuiden van het Tobameer, uitgebreid. Er zijn nu al meerdere dagelijkse vluchten vanaf Jakarta en Medan, en sinds kort zijn er ook chartervluchten vanaf Singapore. Ook wordt er gewerkt aan de bouw van een snelweg tussen Medan en het Tobameer. Met ondersteuning voor revitalisering van de bestaande hotels, bungalows en restaurants, en marketing, hoopt de overheid het aantal toeristen flink te kunnen vergroten.
2. Borobudur (Centraal-Java)

Zicht vanaf de Borobudur-tempel, met op de achtergrond de Merapivulkaan (foto: indonesia-tourism.com)
De boeddhistische Borobudur-tempel is al een bekende toeristische attractie, maar de overheid denkt dat nog te kunnen uitbouwen. Naast veel binnenlandse toeristen komen er jaarlijks zo’n 250.000 buitenlandse toeristen naar de tempel. Vergeleken met de Angkor Wat-tempel in Cambodja, net als de Borobudur werelderfgoed, is dat erg weinig: vorig jaar kwamen er 2,2 miljoen toeristen naar Angkor Wat. Het doel voor 2020 voor de Borobudur is 2 miljoen buitenlandse toeristen.
De Borobudur ligt in een goed bereikbare regio, tussen de steden Jogjakarta, Solo en Semarang die elk een vliegveld hebben. In dit gebied zijn nog veel meer toeristische attracties, zoals de hindoeïstische Prambanan-tempel, de Merapivulkaan, het hooglandgebied van het Diengplateau, de sultanpaleizen van Jogja en Solo, en de stranden langs de zuidkust. Met de Borobudur als grote trekpleister hoopt de overheid meer toeristen voor deze hele regio te kunnen trekken.
3. Mandalika (Lombok, West-Nusa Tenggara)
Het eiland Lombok ligt net ten oosten van Bali, en een groeiend aantal bezoekers van Bali maakt ook een uitstapje naar Lombok. De bekendste trekpleisters van Lombok zijn Senggigi aan de westkust, de vulkaan Rinjani en de drie Gili-eilanden die net voor de kust van Lombok liggen. In 2011 opende een nieuw vliegveld in het zuiden van Lombok, en sindsdien komen er ook steeds meer toeristen naar het dorpje Kuta aan de zuidkust van Lombok (niet te verwarren met Kuta op Bali). Nu zijn dat er jaarlijks zo’n 125.000, de bedoeling is zo’n 2 miljoen buitenlandse toeristen in 2020.
De Indonesia Tourism Development Corporation (ITDC), een organisatie die eerder het resortgebied Nusa Dua op Bali ontwikkelde, gaat nu het ‘resortgebied’ Mandalika ontwikkelen. Dit bestaat uit het dorp Kuta en het gebied ten oosten daarvan. Tot nu toe is er in dat gebied maar één groot hotel (het Novotel Lombok Resort), en verder vooral kleine homestays en etensstalletjes langs de straat. Het plan is nu om er meerdere vijfsterrenhotels te ontwikkelen, en ook een golfbaan, een jachthaven en een motorracecircuit. Bij de ontwikkeling worden specifiek ook MKB-bedrijven uit de regio betrokken, zodat niet alleen de grote bedrijven uit Bali, Jakarta en het buitenland ervan profiteren. In 2017 is al een grote moskee geopend in het gebied, met als doel dat ook islamitische toeristen uit de rest van Indonesië, Maleisië en Midden-Oosten naar Lombok zullen komen.
4. Labuan Bajo (Flores, Oost-Nusa Tenggara)
Labuan Bajo wordt gezien als een ‘nieuwkomer’ in het toeristische landschap van Indonesië. Het stadje ligt op de westelijke punt van Flores, en is vooral bekend als uitvalsbasis voor het nationaal park Komodo, waar de grootste hagedis ter wereld, de komodovaraan, voorkomt. Er zijn inmiddels al meerdere luxe hotels (zie ook Tips voor hotels in Labuan Bajo), en ook het vliegveld (Komodo Airport) heeft al directe vliegverbindingen met Bali en Jakarta. Het aantal buitenlandse toeristen schommelt de afgelopen jaren zo tussen de 50.000 en 75.000 per jaar. Voor 2020 voorziet de overheid er een half miljoen.
Labuan Bajo is echter in de kern nog steeds een vrij klein vissersstadje, zonder de infrastructuur en faciliteiten om grote aantallen toeristen te kunnen herbergen. De overheid wil zich daarom richten op het verbeteren van de wegen en watervoorziening, en ervoor zorgen dat er moderne winkelcentra en een goed ziekenhuis komen. Naar Komodo Airport zouden meer vluchten moeten gaan, ook internationale vluchten uit Singapore en Maleisië, en de haven moet verbeterd worden om cruiseschepen te kunnen ontvangen. Ook moet er gekeken worden naar het afvalprobleem, want de lokale afvaldienst kan het afval door het groeiende aantal toeristen nu al niet verwerken. Vanaf 2017 stuurt de nationale overheid af en toe een schip naar Labuan Bajo om afval op te halen.
5. Tanjung Kelayang (Billiton, Banka-Billiton)
Tanjung Kelayang is een gebied aan de noordkust van het eiland Billiton (Belitung). Het vormt het hart van een project om het hele eiland, of zelfs ook het naburige eiland Banka (Bangka) om te vormen tot een ‘nieuw Bali’. Qua natuurschoon en stranden is die potentie er zeker, en de locatie tussen Singapore en Jakarta maakt het dichtbij voor een een zeer groot aantal potentiële toeristen. Daarvoor moet echter wel de infrastructuur geüpgraded worden, en zijn ook meer accommodaties nodig.
Te beginnen in Tanjung Kelayang wordt er gebouwd aan hotels en bungalowparken. Het vliegveld van Billiton heeft tot nu toe bijna alleen maar vluchten van en naar Jakarta, en af en toe een vlucht naar het naburige eiland Banka. De overheid wil er een internationaal vliegveld van maken, zodat er (naast meer binnenlandse vluchten uit bijvoorbeeld Medan en Bali) ook vluchten uit Singapore en Maleisië kunnen komen, en chartervluchten met Chinese toeristen. Nu komen er nog nauwelijks buitenlandse toeristen naar Tanjung Kelayang (enkele honderden per jaar), maar voor 2020 is het doel een half miljoen!
6. Tanjung Lesung (Banten)
Tanjung Lesung is een schiereilandje aan de westkust van Java. Langs de kust ten noorden van Tanjung Lesung liggen verschillende strandplaatsen, waarvan Anyer verreweg de bekendste is. Ten zuiden ligt het nationaal park Ujung Kulon, dat op de werelderfgoedlijst staat. Op het schiereiland bevinden zich al enkele resorts, maar de infrastructuur en faciliteiten zijn nog onvoldoende om grote toeristenstromen aan te kunnen. Dat is wel nodig, want het doel voor 2020 is een miljoen buitenlandse toeristen (vergeleken met enkele duizenden per jaar nu).
Tanjung Lesung ligt op een afstand van maar 175 km van Jakarta. Er is echter geen spoorweg en ook geen snelweg naar het gebied, waardoor de reistijd vanaf de hoofdstad gewoonlijk 4 à 5 uur is, en met het OV nog langer. In 2017 is begonnen met de bouw van een tolweg van Serang via Pandeglang naar Panimbang (aan de rand van het schiereiland van Tanjung Lesung). Daarnaast zijn er plannen voor het verbeteren van faciliteiten voor elektriciteit, internet, water en afval. Ook wordt er al sinds 2010 gesproken over de bouw van een vliegveld, maar daarover zijn nog steeds geen knopen doorgehakt.
7. Duizend Eilanden (Jakarta)
De Duizend Eilanden (Pulau Seribu) vormen eigenlijk een archipel van 110 kleine eilanden in de Baai van Jakarta. 11 van deze eilandjes hebben een resort, 2 zijn aangewezen als historisch park (waaronder het eiland Onrust), 23 zijn privébezit en de rest hebben óf een vissersdorpje óf zijn onbewoond. Er zijn verschillende bootverbindingen tussen de noordkust van Jakarta en enkele van de eilandjes, maar het is de bedoeling de bereikbaarheid te verbeteren door meer en modernere boten in te zetten en op meer van de eilanden moderne havens aan te leggen. Verder wordt er een programma opgezet om in samenwerking met de lokale bevolking de gastvrijheid te verbeteren, en moet het afvalprobleem opgelost worden (via de rivieren komt veel afval uit Jakarta in de baai terecht). Met veel meer toeristen wordt dit probleem natuurlijk alleen maar groter: nu komen er enkele tienduizenden buitenlandse toeristen per jaar naar de Duizend Eilanden; het doel voor 2020 is een miljoen.
Er wordt ingezet op de ontwikkeling van acht nieuwe eilanden voor toerisme, door middel van niet alleen resorts maar ook goedkopere opties zoals homestays. De eilanden die genoemd worden zijn de privé-eilanden Melinjo, Saktu, Opak Besar en Lancang Kecil, de eilanden Tandan Timur en Bira Besar die al gedeeltelijk een resort zijn, Kongsi waarop al een klein dorpje ligt en het onbewoonde eilandje Kapas.
8. Bromovulkaan (Oost-Java)
De Bromovulkaan (en het gehele nationaal park Bromo-Tengger-Semeru) is al een van de bekendste toeristische attracties van Java. Nu komen er zo’n 40.000 buitenlandse toeristen per jaar, maar de overheid denkt dat te kunnen laten groeien tot een miljoen in 2020. De vulkanen Semeru en Bromo kunnen beklommen worden, maar de meeste toeristen komen voor het uitzicht op de vulkanen en de zandzee vanaf de naastgelegen vulkaan Penanjakan.
Er zijn nog geen precieze plannen uitgewerkt voor deze ‘nieuwe Bali’. Wel wordt er in elk geval ingezet op het openen van meer accommodaties zoals hotels en homestays, omdat veel bezoekers nu verder weg overnachten (bijvoorbeeld in de stad Malang). Ook wil de regio ervoor zorgen dat er grote internationale evenementen in de regio gehouden worden, zoals golftoernooien, een marathon en een surffestival aan de zuidkust. De dichtstbijzijnde luchthavens vanaf Bromo zijn die van Malang en Surabaya, en omdat er al gewerkt wordt aan tolwegen in de regio wordt de bereikbaarheid al verbeterd.
9. Wakatobi (Zuidoost-Sulawesi)
Wakatobi is een eilandengroep en nationaal park in de provincie Zuidoost-Sulawesi. Het bestaat uit een groot aantal kleine eilanden, waarvan de vier grootste samen de naamgever zijn: Wangi-wangi, Kaledupa, Tomia en Binongko. Wakatobi staat bekend om het onderwaterleven met zo’n 400 soorten koraal, en is een van de beste plekken in de wereld om te duiken. Het aantal toeristen dat naar Wakatobi komt is nog niet zo groot, vooral omdat het vrij veel tijd en geld kost om er te komen. Een eerste stap in het trekken van meer bezoekers is het organiseren van festivals, waaronder het Wakatobi Wave-festival dat zich richt op traditionele dans, muziek, kunst en eten.
De afgelopen jaren is de bereikbaarheid van Wakatobi al iets verbeterd. Waar je voorheen per boot vanaf provinciehoofdstad Kendari of de stad Bau-Bau moest komen, zijn er nu rechtstreekse vluchten naar Matahora Airport op het eiland Wangi-wangi vanaf Kendari en Makassar. Er zijn ook plannen om Wakatobi specifiek voor Chinese toeristen in de markt te zetten, door chartervluchten in te zetten van China naar Manado, en vanaf daar vluchten naar Wakatobi te starten. Volgens het overheidsprogramma moeten er in 2020 een half miljoen buitenlandse toeristen komen; nu zijn dat nog maar enkele duizenden per jaar.
10. Morotai (Noord-Molukken)
Morotai lijkt een wat vreemde keuze in de lijst van 10 nieuwe Bali’s. Het eiland Morotai ligt in het uiterste noorden van de Molukken, en in tegenstelling tot de andere 9 bestemmingen op de lijst is er nog praktisch geen toerisme, op een paar verdwaalde avonturiers na. De afgelopen jaren kwamen er gemiddeld niet meer dan 500 buitenlandse toeristen per jaar. Er zijn echter genoeg dingen die toeristen zouden kunnen trekken: traditionele dorpen, bijzondere vogels en vlinders, overblijfselen van de grote Slag bij Morotai in de Tweede Wereldoorlog, regenwouden, schitterende stranden en plekken om te duiken en snorkelen.
De infrastructuur om grote stromen toeristen te kunnen ontvangen is er echter (nog) niet: er zijn maar een paar hotels en nauwelijks restaurants, en er is op het hele eiland (zo groot als de provincie Zeeland) maar één geldautomaat, die ook nog vaak niet werkt. Aan dit soort dingen zal dus gewerkt moeten worden, en ook aan de bereikbaarheid. Er zijn inmiddels wel enkele vluchten naar het vliegveldje van Morotai vanaf Manado en Ternate, en er zijn enkele bootverbindingen met Ternate en het vasteland van Halmahera, maar makkelijk bereikbaar is het nog niet. Net als voor Wakatobi wordt ook voor Morotai geprobeerd om toeristen te trekken met festivals, zoals het Wonderful Morotai Islands Festival.