De minimumlonen als vastgesteld door de overheden in Indonesië zijn voor 2018 weer enkele procenten gestegen: de minister heeft een stijgingspercentage van 8,71% voorgesteld, maar sommige provincies wijken daarvan af. Het hoogste minimumloon is in de hoofdstad Jakarta en het laagste in Jogjakarta.
Update: inmiddels zijn ook de Indonesische minimumlonen voor 2019 bekend. |
Minimumloon in Indonesië 2018

Biljetten van 100.000 rupiah
Het minimumloon wordt in Indonesië jaarlijks vastgesteld per provincie. Omdat er grote onderlinge verschillen zijn tussen de provincies (variërend van het drukbevolkte Java met veel industrie tot de olierijke provincies van Sumatra en Kalimantan en de afgelegen gebieden van de Molukken) verschillen de minimumlonen ook flink. De tabel hieronder geeft een overzicht van de provinciale minimunlonen per maand (UMR of UMP: Upah Minimum Regional of Provinsi) voor het jaar 2018.
Bijna alle provincies hebben precies de richtlijn van het ministerie van werkgelegenheid gevolgd. Die gaf aan dat het provinciale minimumloon zou moeten stijgen met tenminste 8,71% ten opzichte van het minimumloon in 2017. Vijf provincies zijn verder gegaan dan dit percentage: in Oost-Nusa Tenggara is de stijging 8,85%, in West-Papoea 10,14%, in West-Nusa Tenggara 11,88%, in de provincie Molukken 15,44% en in Noord-Molukken 17,5%.
Omdat in het afgelopen jaar de Indonesische rupiah zo’n 12% minder waard is geworden ten opzichte van de euro, zijn de meeste minimumlonen in euro’s minder dan vorig jaar. In de onderstaande tabel is de wisselkoers van € 1 = Rp. 16.000 gebruikt.
Provincie | Minimumloon (Rp.) 2018 |
in euro (€) |
Atjeh | 2.717.750 | € 169,86 |
Noord-Sumatra | 2.132.188 | € 133,26 |
West-Sumatra | 2.119.067 | € 132,44 |
Banka-Billiton | 2.755.443 | € 172,22 |
Riau-eilanden | 2.563.875 | € 160,24 |
Riau | 2.464.154 | € 154,01 |
Jambi | 2.243.718 | € 140,23 |
Bengkulu | 1.888.741 | € 118,05 |
Zuid-Sumatra | 2.595.995 | € 162,25 |
Lampung | 2.074.673 | € 129,67 |
Banten | 2.099.385 | € 131,21 |
Jakarta | 3.648.035 | € 228,00 |
West-Java | 1.544.360 | € 96,52 |
Centraal-Java | 1.486.065 | € 92,88 |
Oost-Java | 1.508.894 | € 94,31 |
Jogjakarta | 1.454.154 | € 90,88 |
Bali | 2.127.157 | € 132,95 |
West-Nusa Tenggara | 1.825.000 | € 114,06 |
Oost-Nusa Tenggara | 1.660.000 | € 103,75 |
West-Kalimantan | 2.046.900 | € 127,93 |
Zuid-Kalimantan | 2.454.671 | € 153,42 |
Centraal-Kalimantan | 2.421.305 | € 151,33 |
Oost-Kalimantan | 2.543.331 | € 158,96 |
Noord-Kalimantan | 2.559.903 | € 160,00 |
Noord-Sulawesi | 2.824.286 | € 176,52 |
Gorontalo | 2.206.813 | € 137,93 |
Centraal-Sulawesi | 1.965.232 | € 122,83 |
Zuidoost-Sulawesi | 2.177.052 | € 136,07 |
West-Sulawesi | 2.193.530 | € 137,10 |
Zuid-Sulawesi | 2.647.767 | € 165,49 |
Molukken | 2.222.220 | € 138,89 |
Noord-Molukken | 2.320.803 | € 145,05 |
West-Papoea | 2.667.000 | € 166,69 |
Papoea | 2.895.650 | € 180,98 |
Het hoogste minimumloon is in de hoofdstad Jakarta met zo’n € 228 per maand, terwijl het laagste minimumloon geldt in de meeste overige provincies op Java met minder dan € 100 per maand. Binnen die provincies zijn er echter grote lokale verschillen (zie hieronder). Veel mensen werken in de zwarte of grijze sector als bijvoorbeeld huishoudster of straatverkoper, en zij verdienen dan ook vaak minder dan het officiële minimumloon.
Lokale verschillen in minimumloon

Protest in Oost-Java voor een hoger minimumloon, naar aanleiding van de stijgende benzineprijs.
Binnen de provincies kunnen de regentschappen (kabupaten) en steden (kota) ook zelf nog een hoger minimumloon vaststellen dan het provinciale minimum (UPK: Upah Minimum Kabupaten/Kota). Zo zijn er bijvoorbeeld in West-Java grote verschillen. De steden en regentschappen die vlakbij Jakarta liggen hebben hoge minimumlonen (bijvoorbeeld het regentschap Bekasi heeft een minimumloon van ruim 3,8 miljoen rupiah, meer dan Jakarta zelf), terwijl in de landelijke gebieden honderden kilometers verderop veel lagere salarissen gelden (bijvoorbeeld het regentschap Pangandaran heeft een minimumloon van 1,56 miljoen rupiah). Ook in Oost-Java zijn de lokale verschillen groot, met in provinciehoofdstad Surabaya een veel hoger minimumloon dan in de landelijke regio’s.
Bonussen en extra vergoedingen

Tellen van biljetten van 50.000 rupiah.
Naast het basisloon wordt het salaris in Indonesië vaak aangevuld met allerlei vergoedingen, bijvoorbeeld voor reiskosten en maaltijden. Ook een dertiende maand of vakantiegeld is heel gebruikelijk. Dit wordt gewoonlijk uitbetaald net voor het Suikerfeest, zodat de werknemers de tijd en het geld hebben om terug te reizen naar hun geboortedorp (zie ‘Mudik: jaarlijkse volksverhuizing‘). Bij sommige werkgevers hangt de uitbetaling van het vakantiegeld af van de religie van de werknemer, en krijgen christenen het bijvoorbeeld uitbetaald vlak voor Kerstmis.
Voorbeeldsalarissen
Voor bijvoorbeeld ongeschoolde werklui in fabrieken wordt vaak precies het minimumloon betaald. Hogeropgeleiden krijgen natuurlijk meer betaald, en ook werkervaring kan een rol spelen.
Iemand die pas afgestudeerd is van een bacheloropleiding aan een hogeschool of universiteit kan rekenen op iets meer dan het minimumloon, in Jakarta ongeveer 4 tot 5 miljoen rupiah (€ 250-300) per maand. Voor iemand die al enkele jaren bij een bedrijf werkt en het heeft geschopt tot assistent-manager is een gebruikelijk salaris ongeveer 6 tot 10 miljoen rupiah (€ 375-625) per maand. Rond dit moment komen er vaak ook meer extra vergoedingen bij, en kiezen werknemers er soms voor om te betalen voor een masteropleiding voor de werknemer. Na ongeveer 7 tot 10 jaar werkervaring is een werknemer wellicht afdelingshoofd. Het salaris op dat moment gaat richting 12 tot 18 miljoen rupiah (€ 750-1.125) per maand, en een auto van de zaak behoort tot de mogelijkheden. Hierna kunnen de salarissen natuurlijk verder oplopen. Dit overzicht is wel voor de ‘happy few‘ die een universitaire opleiding hebben genoten en carrière maken binnen een bedrijf. Hieronder nog een paar voorbeelden van maandsalarissen in Jakarta voor bepaalde beroepen (allemaal voor werknemers met afgeronde bacheloropleiding van een hogeschool of universiteit: fabrieksarbeiders blijven vaak hun hele leven het minimumloon verdienen):
- Administratie-assistent met 1 jaar ervaring: € 4,5 miljoen (€ 280)
- Administratie-leider/kantoorbeheerder met 5 jaar ervaring: € 12 miljoen (€ 750)
- Bankmedewerker met 1 jaar ervaring: € 4,5 miljoen (€ 280)
- Financiëel manager met 6 jaar ervaring: € 40 miljoen (€ 2.500)
- Financiëel directeur met 12 jaar ervaring: € 100 miljoen (€ 6.250)
- Klantenservice-manager met 6 jaar ervaring: € 15 miljoen (€ 950)
- Technisch productiemedewerker met 3 jaar ervaring: € 6 miljoen (€ 475)
- Technisch manager met 10 jaar ervaring: € 40 miljoen (€ 2.500)
Werkweek en werktijden in Indonesië
Een normale werkweek bestaat in Indonesië uit 40 uur. Gewone werktijden van maandag tot vrijdag zijn 8:00 ’s ochtends tot 16:00 of 17:00 ’s middags, en het is ook vrij gebruikelijk om op zaterdagochtend te werken. De lunchpauze is meestal een halfuur tot een uur, maar op vrijdag vaak langer vanwege het vrijdagmiddaggebed.
Verlof in Indonesië
Vakantie en vrije dagen

Rond het Suikerfeest gaat iedereen op pad naar zijn of haar geboortedorp.
Er zijn vijftien nationale feestdagen waarop in principe iedereen vrij heeft, waaronder nieuwjaarsdag, onafhankelijkheidsdag, het Suikerfeest en Kerstmis. Zie het artikel ‘Feestdagen in Indonesië 2018‘.
Naast de nationale feestdagen heeft iedereen recht op 1 vrije dag per maand of 12 per jaar. Dit gaat volgens de wet echter pas in nadat men 12 maanden bij een bedrijf werkt, dus bedrijven mogen in het eerste jaar weigeren om vakantie te geven. De overheid legt elk jaar enkele dagen vast voor ‘cuti bersama‘ oftewel ‘gezamenlijk verlof’. Voor ambtenaren, en ook voor de meeste werknemers, is dit een verplichte vrije dag die wordt afgetrokken van de 12 vrije dagen. De dagen voor ‘cuti bersama‘ zijn vaak bijvoorbeeld de vrijdag na Hemelvaart, enkele dagen voor en/of na het Suikerfeest en Tweede Kerstdag.
Als een werknemer al zes jaar fulltime bij hetzelfde bedrijf werkt, heeft hij/zij recht op een volledige maand verlof in zowel het zevende als het achtste jaar.
Ziekte en zwangerschapsverlof
Naast de gewone verlofregels voor ziekte, staat specifiek in de wet dat vrouwen niet hoeven te werken tijdens de eerste en tweede dag van de menstruatie. Zwangerschapsverlof is in Indonesië voor de duur van 1½ maand voor en 1½ maand na de geboorte.
Als een werknemer langdurig ziek wordt moet de werkgever de eerste vier maanden 100% van het salaris doorbetalen, de volgende vier maanden 75% en de vier maanden daarna 50%. Na een jaar hoeft de werkgever nog maar 25% van het salaris door te betalen. Het is echter ook vastgelegd dat een werkgever een langdurig zieke werknemer na 12 maanden mag ontslaan.
Overige verlofregels
Naast vakantie, zwangerschap en ziekte zijn er nog enkele andere gebeurtenissen waarvoor Indonesische werknemers volgens de wet vrije dagen met doorbetaling krijgen.
- Huwelijk van de werknemer: 3 vrije dagen
- Huwelijk van kind van de werknemer: 2 vrije dagen
- Besnijdenis van zoon van de werknemer: 2 vrije dagen
- Doop van kind van de werknemer: 2 vrije dagen
- Vaderschapsverlof: 2 vrije dagen
- Echtgenoot, (schoon)ouder of (schoon)kind overlijdt: 2 vrije dagen
- Ander familielid overlijdt: 1 vrije dag
Daarnaast kan een werknemer verlof opnemen met doorbetaling voor een bedevaart naar Mekka (hadj). Dit geldt alleen voor de eerste keer. Als de werknemer vaker naar Mekka wil, gaat het de volgende keren wel af van de vakantiedagen.