De Great Air Race van 1919 via Nederlands-Indië

Vaak wordt er over de KLM-vlucht van 1924 gesproken als de eerste intercontinentale vlucht naar Nederlands-Indië. Als onderdeel van de Great Air Race in 1919 en 1920 vlogen er echter al drie vliegtuigen vanuit Engeland via Nederlands-Indië naar Australië. De aankomst van een omgebouwde Vickers Vimy-bommenwerper op 6 december 1919 op het vliegveld van Kalidjati was de eerste intercontinentale vlucht naar het huidige Indonesië.

Achtergrond van de Great Air Race

In het begin van de 20e eeuw was de ontwikkeling van de luchtvaart snel gegaan. In 1903 vond de eerste vlucht plaats van de gebroeders Wright, in 1909 vloog Louis Blériot voor het eerst over het Kanaal en in datzelfde jaar maakte de Fransman Charles de Lambert de eerste vlucht boven Nederland. De eerste vlucht in Nederlands-Indië was in 1911 geweest en in 1916 was het eerste vliegveld aangelegd (zie het artikel ‘Het begin van de luchtvaart in Nederlands-Indië‘). Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging de ontwikkeling van gevechtsvliegtuigen in Europa snel, waardoor de opgedane kennis na de oorlog voor andere doeleinden gebruikt kon worden. In die geest vond in mei 1919 de eerste trans-Atlantische vlucht plaats (met tussenstop op de Azoren) en een maand later al de eerste non-stop trans-Atlantische vlucht.

De Australische regering loofde in deze periode een prijs van 10.000 Australische ponden uit voor de eersten die van Engeland naar Australië zouden vliegen. De bemanning moest geheel uit Australiërs bestaan, en de te gebruiken vliegtuigen geheel in het Britse rijk vervaardigd zijn. Het startpunt was vliegveld Hounslow bij Londen (of Calshot bij Southampton indien een watervliegtuig gebruikt zou worden) en het eindpunt Noord-Australië, bij Darwin. Zoals de Sumatra post op 28 juni 1919 schreef: “Binnen niet te langen tijd hoopte men ook van Engeland naar Australië te vliegen, en daarbij zouden er in Nederlandsch-Indië tusschenstations komen” (p1).

Zes vliegtuigen zouden uiteindelijk aan de race deelnemen. Een vliegtuig van het type Alliance P.2 crashte meteen in Londen, een Blackburn Kangaroo crashte op Kreta en een Martinsyde Type A stortte in zee bij Korfoe. Deze drie haalden Nederlands-Indië dus niet. De rest van dit verhaal gaat over de drie vliegtuigen die Indië wel haalden, met vooral aandacht voor de winnaar.

De eerste piloot die naar Indië vliegt

Ross Smith.jpeg

Piloot Ross Smith.

Op 14 november 1919 werd in de Sumatra post het volgende gemeld: “Het legerbestuur ontving een telegram uit Engeland van kapitein Rossmyth, meldende, dat hij op den 1en December per aeroplane in Indië hoopt te arriveeren, op weg naar Australië.” Tussen haakjes meldde de krant daarbij: “Volgens een ander telegram is deze vlieger verongelukt” (Sumatra post, p11).

Deze ‘Rossmyth’ heette eigenlijk Ross Smith (en op veel plekken gespeld als Ross Smyth), en samen met zijn broer Keith en twee monteurs zouden zij aan de Great Air Race gaan deelnemen in een omgebouwde Vimy bommenwerper van de fabrikant Vickers. Zij waren niet verongelukt. De krant ‘Het nieuws’ kwam daar ook al gauw achter: “Er heeft hier waarschijnlijk een naamsverwarring plaats gehad” (18 november, p5). Degene die was omgekomen was namelijk luitenant J.S.L. Ross, een van de twee piloten van de Alliance P.2.

De Vickers Vimy van Smith, met het registratienummer G-EAOU (voor de grap werd gezegd dat dit stond voor “God ‘Elp All Of Us”), vertrok op 12 november 1919 van het vliegveld Hounslow in Londen. Na 18 tussenstops was Smith op donderdag 4 december aangekomen in Singapore, waarmee hij dus vlakbij Nederlands-Indië was. “In Singapore werd den aviateurs in den schouwburg een groote ovatie gebracht” (Preanger-bode, 6 december, p3). Na een rustdag in Singapore vloog Smith op zaterdag 6 december verder vanaf, met als bestemming Kalidjati, het eerste vliegveld van Indië (zo’n 50 km ten noorden van Bandoeng; zie ook Het begin van de luchtvaart in Nederlands-Indië).

tocht Vickers Vimy 1919.png

De vliegroute van Ross Smith met zijn vliegtuig Vickers Vimy (1919)

Aankomst in Indië: Kalidjati (6 december 1919)

Op de ochtend van 6 december kwamen vier vliegtuigen van Kalidjati naar Weltevreden (Batavia): “Hedenmorgen was het Koningsplein afgezet door vijf compagnieën infanterie, een compagnie wielrijders en een sterke politiemacht. Niemand wist waarvoor. Wel was bij geruchte bekend, dat de G.G. [gouverneur-generaal Johan Paul van Limburg Stirum] zou vliegen, hetgeen werd bevestigd, toen hij om 11 uur was opgestegen in een Haviland-machine No. 102, bestuurd door luitenant Drost, die koers zette naar Kali Djati” (Preanger-bode, p3). Na te zijn geland in Kalidjati stegen de vliegtuigen opnieuw op, om Smith tegemoet te vliegen, zoals beschreven in de Australische krant The Argus: “Near Kalidjati the Vickers Vimy machine was met by four Dutch aeroplanes, which escorted it to the flying ground” (8 december, p7).

Kalidjati 1919

Toeschouwers op vliegveld Kalidjati na aankomst van Smith (6 december 1919). Bron: Tropenmuseum.

De Preanger-bode van 8 december had een zeer uitgebreid verslag van ruim 1½ pagina over de gebeurtenissen in Kalidjati (zie voor het gehele verslag p1 en p5). De redacteurs van de krant beschrijven hoe zij ’s ochtends vroeg per auto vanuit Bandoeng naar Kalidjati waren gereisd, waarbij ze de berghellingen van het Preanger-gebergte beschreven als “respectabel zwaar”. Vervolgens moesten ze daar de hele dag wachten, totdat na 3 uur ’s middags de vier vliegtuigen (3 Havilands en 1 Avro) de lucht in gingen om Smith tegemoet te vliegen.

Een dag op Kali Djati. – De landvoogd vliegt. Aankomst van Ross Smyth.

Een evenement als de aankomst in Indië van den eersten vliegenaar, die het bestaat, door de lucht van Engeland naar Australië te reizen, mocht niet onopgemerkt voorbij gaan (…).

De Avro daalde om tien voor vieren en even later kwam een vliegtuig in het Westen in zicht, dat al spoedig onderkend werd als te zijn dat van den lang-verwachten Ross Smyth, wat men kon constateeren doordien deze aeroplaan van twee motoren voorzien is.

(…) Het groote toestel van den Australiër kwam spoedig naderbij en vloog over de hoofden der vele aanwezigen, die veld waren opgestormd, tot buiten het terrein achter de hangars, van beneden al toegejuicht door de enthousiaste menschen. Vervolgens draaide hij wipte net even over de vliegtuigloodsen heen en daalde aan de verkeerde zijde. De reusachtige machine kwam gemakkelijk neer en het publiek stormde er op af, om de koene helden, die zich er in bevonden, hulde te brengen. (…)

Voor de dames de ongetwijfeld belangwekkende mededeeling, dat Ross Smyth ongetrouwd, 26 jaar oud en overigens een klein, “vief” kereltje is, met iets op zijn gelaat alsof hij verwonderd is dat men zooveel notie neemt van de gansche beweging. (…)

De landvoogd (…) was de eerste, die de aviateurs begroette, waarna de vliegeniers van Kali Djati naar voren drongen om hen de hand toe te steken. (…) De tweedekker zag er zeer onoogelijk uit, droop van de olie en de wand was voorzien van talrijke handteekeningen van personen uit Bombay, Calcutta, Singapore.

Ross Smyth (…) noemde het vliegveld te Kali Djati schitterend. Zelden had hij zulk een mooie terrein gezien.

Van Kalidjati naar Soerabaja (7 december 1919)

Vickers Vimy 1919.jpg

Foto van de Vickers Vimy in 1919 (bron: State Library of Queensland)

Zo was de Vickers Vimy van Ross Smith dus op 6 december 1919 aangekomen in Indië, maar daarmee was de race naar Australia natuurlijk nog niet volbracht. De volgende ochtend al werd de reis vervolgd met een vlucht van Kalidjati naar Soerabaja : “Men meldt ons nog uit Kali Djati dd. gister dat kapitein Ross Smyth om 7 uur 20 opsteeg en in de richting Soerabaja vertrok. Het toestel had een grooten aanloop om van den grond te komen” (Preanger-Bode, 8 december, p2).

De afstand van Kalidjati naar Soerabaja is hemelsbreed zo’n 570 km, wat werd afgelegd in 4 uur en 48 minuten: “In den vroegen ochtend was reeds een groote Menschenmassa om het landingsterrein op Kandang Sapi afgezet door militairen, geschaard, welke aangroeide naarmate het later werd tot duizenden personen. Om vijf minuten vóór twaalf kwam het vliegtuig van Ross Smyth in zicht, cirkelde boven om het terrein heen en landde om acht minuten over twaalf. (…) Allerwege was hoerageroep” (Preanger-Bode, 8 december, p6).

Via Bima en Atamboea

Vickers Vimy in Soerabaja

Inwoners van Soerabaja probren de wielen van de Vickers Vimy los te krijgen (bron: State Library of Queensland)

Het vertrek uit Soerabaja ging niet helemaal gesmeerd omdat het veld te moerassig was: “Ross Smyth is tot gisteravond half acht bezig geweest met het aanmaken van een “loopvlak” van gevlochten bamboe, aangezien de zandige bodem te zacht bleek voor de opstijging” (Bat.Nbl., 8 december, p2). ’s Ochtends rond 9 uur probeerde Smith op te stijgen, maar dat mislukte. Het plan was om naar Bima op het eiland Soembawa te vliegen, maar als het niet zou lukken voor 12 uur op te stijgen zou dat te ver worden, en was Boeleleng (Noord-Bali) een alternatief.

Net voor 12 uur lukte het opstijgen uiteindelijk toch: “Ross Smyth is, na veel moeite, te 11 u. 53 min. opgestegen. Hij vloog eerst naar het Westen, daarna in een grooten boog naar het Oosten. De stemming van het publiek was ietwas gedrukt, daar men vreesde, dat het vliegtuig in zee zou vallen” (p2).

In tegenstelling tot hoe het bij de aankomsten in Kalidjati en Soerabaja ging, was er bij de aankomsten in Bima (Soembawa) en Atamboea (Timor) nauwelijks aandacht van de pers. Op Java waren namelijk veel (Nederlandstalige) kranten, terwijl op Soembawa en Timor niet zo veel Nederlanders woonden. De informatie bleef dus beperkt tot wat de Javaanse kranten per telegram ontvingen.

“Ross Smith komt hedenavond in Bima aan en vertrekt van daar rechtstreeks naar Port Darwin” (Het nieuws, 8 december, p3). Een dag later bleek dat hij toch niet rechtstreeks naar Port Darwin in Australië was gevlogen, maar eerst naar Timor ging: “Capt. Ross Smyth landde hedenmiddag te half vier in goeden welstand te Atamboewa, (in de buurt van Atapoepoe op het eiland Timor,Red.).” En op 10 december: “Ross Smyth vertrok vanmorgen te 8 u. 20 min. in welstand naar Port Darwin” (Bat.Nbl., 10 december, p2).

Een maand later stond er nog wel een uitgebreider verslag van de aankomst in Atamboewa in de krant, waarin onder andere werd beschreven hoe bijzonder de gebeurtenis was: “Vrijwel niemand hunner [Chinezen van hier] had ooit een vliegtuig aanschouwd, terwijl het voor de weinige Europeanen ter plaatse natuurlijk eveneens een onvergetelijk gebeuren was, op dezen afgezonderden post, plotseling het summum van beschaving uit de wolken te zien neerdalen” (Het nieuws, 5 januari 1920, p6).

Ross Smith wint de Great Air Race

HMAS Sydney 1919

Bemanning van het schip HMAS Sydney, dat halverwege tussen Timor en Australië lag om de weg te wijzen, zien Ross Smith overvliegen (10 december 1919).

“Hoera voor Smyth! Hedenochtend vroeg ontvingen wij het telegram, dat Ross Smyth gisteren (Woensdag-)avond te Port-Darwin (Noordpunt van Australië) goed en wel was aangekomen. Smyth heeft dus den vliegtocht Engeland-Australië in 29 dagen (van en met 12 November tot en met 10 December) volbracht en daarmede de prijs der Daily Mail ten bedragen van 10,000 pond sterling gewonnen” (Sumatra post, 11 december, p10).

Dezelfde dag nog seinde Ross Smith een bericht aan de gouverneur-generaal van Indië: “Veilig hier geland. Hartelijk dank ik Uwe Excellentie voor Hare groote vriendelijkheid en de getroffen maatregelen, zonder welke de vlucht onmogelijk zou zijn geweest” (het nieuws, 11 december, p2).

De verliezers

Zoals hierboven aangegeven waren drie van de zes deelnemende vliegtuigen aan de Great Air Race al in Europa gecrasht. De tweede, na Ross Smith, die wél Indië bereikte was George Campbell Matthews met zijn vliegtuig de Sopwith Wallaby (G-EAKS). Het was al een paar maanden later toen Matthews Indië bereikte, en op 17 april 1920 van Kalidjati naar Bali vloog. Daar “verscheen capt. Matthews boven het vliegveld te Grokgak. Na het terrein verkend te hebben, wilde hij dalen, toen plotseling de motor weigerde (…). De machine stoof in woeste vaart voort en tuimelde neer in een pisangtuin (…). Het toestel werd vernield (…) Naar wij verder vernemen heeft Matthews den tocht opgegeven” (Bat.Nbl., 19 april, p2). De piloot en zijn bemanning raakten lichtgewond.

De derde, Ray Parer met zijn vliegtuig Airco DH.9 (G-EAQM), kwam weer een paar maanden later in Indië aan. De race was toen al lang gewonnen door Smith, maar Parer wist in juli Indië te bereiken en op 2 augustus Australië, waar hij een troostprijs kreeg van 1000 pond. In Indië werd onder andere een noodlanding gemaakt in een rivierbedding bij Kendal (Midden-Java) en een crashlanding op het vliegveld van Soerabaja (Bat.Nbl., 24 juli 1920, p2), maar na reparaties kon hij toch steeds verder.

Verdere ontwikkeling van de Indische luchtvaart

Kort nadat Ross Smith per vliegtuig Indië bereikt had, begonnen de Indische kranten te speculeren dat dus ook een vlucht van Nederland naar Indië mogelijk was. Ook werden mogelijkheden gezien voor de opening van luchtpostlijnen binnen de archipel, omdat immers vanwege de komst van Smith al verschillende vliegvelden waren aangelegd (Bat.Nbl., 10 december 1919, p1; Het nieuws, 21 juli 1920, p1). De eerste reguliere luchtpostlijn kwam er echter pas in 1923 (tussen Batavia en Bandoeng), en de eerste ‘Holland-Indië-vlucht‘ vond pas plaats in 1924.

Lees ook…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s