De Indonesische minister van Volksgezondheid vindt dat het Indonesische programma voor gezinsplanning heeft gefaald. Volgens haar heeft het programma, dat in de jaren 70 van de vorige eeuw werd gestart, de afgelopen tien jaar te weinig progressie gemaakt.
Gezinsplanningsbeleid

Een poster waarop staat “Kom op, doe mee met gezinsplanning. 2 kinderen is beter.”
All gauw na de Indonesische onafhankelijkheid kwam het besef dat de bevolking te snel groeit. Het Nationaal Agentschap voor Bevolking en Gezinsplanning (bekend onder de afkorting BKKBN) startte in 1970 met het programma voor gezinsplanning. Het programma, simpelweg genaamd Keluarga Berencana (‘Gepland Gezin’) of KB, heeft als doel om het “kleine, gelukkige en welvarende gezin” als norm te promoten. In tegenstelling tot de eenkindpolitiek van China is het Indonesische beleid meer vrijwillig. Er wordt voorlichting gegeven aan stellen over gezinsplanning, het gebruik van voorbehoedsmiddelen wordt gepromoot, en het trouwen op latere leeftijd wordt bevorderd.
Lange tijd werd het KB-beleid van Indonesië als een groot succes gezien. In de jaren 70 hadden gezinnen vaak zes of meer kinderen, en rond het jaar 2000 was dit gedaald tot gemiddeld 2,6 kinderen per gezin. De bevolking bleef echter snel groeien, en dus stelde de overheid zich tot doel om het geboortecijfer nog verder te laten dalen. In 2014 zou het gemiddelde gezin nog 2,1 kinderen moeten krijgen.
Belangrijke campagnes die de afgelopen jaren zijn gehouden zijn ‘dua anak cukup‘ (“twee kinderen is genoeg”) en ‘tunda usia nikah‘ (“vertraag de huwelijksleeftijd”). Vooral op het platteland zijn er echter ook bewegingen die hier tegenin gaan. Zij zeggen dat 20 de ideale huwelijksleeftijd is, en dat het hebben van veel kinderen leidt tot welvaart.
Gezinsplanning en islam

Seksuele voorlichting op school
Binnen de islam is er discussie over het al dan niet toestaan van gezinsplanning. Sommige imams verwijzen naar de soera ‘De Nachtreis’ uit de Koran, waarin staat: “En dood uw kinderen niet uit angst voor armoede. Wij zijn het die in hun behoeften en in de uwe voorzien. Voorwaar, hen te doden is een grote zonde.” Hieruit wordt opgemaakt dat ook het voorkomen van het krijgen van kinderen niet is toegestaan.
Het is tegenwoordig echter gangbaar om het op een andere manier uit te leggen. Gezinsplanning is toegestaan zolang de intentie goed is. De angst voor armoede of de angst dat kinderen te veel tijd kosten zijn geen goede redenen van gezinsplanning. De gezondheid van de moeder en de veiligheid, gezondheid en onderwijs van het kind zijn wel goede redenen. Met gebruik van deze redenen probeert de overheid dan ook om het gebruik van voorbehoedsmiddelen te bevorderen.
Falen van beleid

Minister Nafsiah Mboi
Minister van Volksgezondheid Nafsiah Mboi zegt vandaag dat het gezinsplanningsbeleid de afgelopen tien jaar gefaald heeft. In 2002 was het vruchtbaarheidscijfer in Indonesië 2,6. Nu, tien jaar later, is dat cijfer nog precies hetzelfde. Mboi: “Momenteel groeit het aantal gevallen van vroege huwelijken zelfs, en tieners onder de twintig jaar zijn seksueel actief. Vooral op het platteland komen veel kindbruidjes voor. Vroege huwelijken vergroten de kans op moeders die overlijden tijdens de bevalling, omdat zij een kind krijgen wanneer hun voortplantingsorganen nog niet volgroeid zijn.”
Volgens een rapport van de Verenigde Naties is 22% van de Indonesische vrouwen die nu tussen de 20 en 24 jaar oud is al getrouwd voor hun achttiende levensjaar. Het rapport geeft wel aan dat het aantal kindhuwelijken in Indonesië de afgelopen jaren sterk is gedaald, maar dat het percentage zeker op het platteland nog veel te hoog is.
Een probleem is dat op veel scholen geen seksuele voorlichting gegeven wordt. Vlak na haar aantreden stelde minister Nafsiah Mboi voor om het een verplicht onderdeel te maken van het vakkenpakket, maar op dat voorstel kwam veel kritiek. Volgens de voorzitter van de Raad van Ulema, een belangrijk islamitisch orgaan, hoeven scholieren en studenten geen voorlichting over seks te krijgen: “Dat kunnen ze zelf wel uitvinden.” Vanwege de kritiek heeft de minister haar voorstel weer gedeeltelijk ingetrokken.
Belangengroepen zeggen echter dat het taboe dat op praten over seks ligt ervoor zorgt dat veel jongeren niets weten over gezinsplanning en seksueel overdraagbare aandoeningen. Een voorlichter van het gezinsplanningsprogramma zegt: “Het is een lastig onderwerp. Mensen die seksuele voorlichting promoten zijn bang om gezien te worden als immoreel. En als onderwijzers erover praten, voelen ze zich oncomfortabel.”
Een goeie grote wereld oorlog is weer nodig! Wanneer worden de mensen wijzer?