10x Indonesië buiten de gebaande paden

Bekende toeristische bestemmingen in Indonesië zijn bijvoorbeeld Bali, Jogjakarta, de Bromovulkaan en de Gili-eilanden. Maar dit land met ruim 16.000 eilanden heeft nog veel meer mooie en bijzondere plekken om te bezoeken. In dit overzicht 10 tips voor Indonesië buiten de gebaande paden, verspreid over het hele land.

1. Derawan-eilanden

De Derawan-eilanden zijn zo’n 30 eilandjes voor de oostkust van Oost-Kalimantan, waarvan de meeste onbewoond zijn. Het kleine eilandje Derawan zelf ligt zo’n 15 km uit de kust en bestaat uit één vissersdorpje (met enkele accommodaties voor toeristen) aan de westkant en witte zandstranden aan de oostkant. In een halfuur kun je rond het hele eiland lopen! De Derawan-eilanden staan bekend als locatie om te gaan duiken, maar als je geen duiker bent kun je er ook schitterend snorkelen, en veel vissen en zeedieren kun je zelfs vanaf de steiger al zien. Je vindt er vele gekleurde vissen, pijlstaartroggen, zeesterren, inktvissen, zeepaardjes en (giftige) koraalduivels. De eilanden zijn echter vooral bekend vanwege de grote ‘soepschildpadden’. Ongeveer 50 km uit de kust is er ook het grotere eiland Maratua, met vier dorpjes en verschillende resorts. In de buurt ligt ook het onbewoonde eiland Kabakan, dat grotendeels bestaat uit een meer gevuld met kwallen. Het is een van de weinige plekken ter wereld waar je tussen kwallen kunt zwemmen of snorkelen, want de kwallensoort die hier leeft is ongevaarlijk voor mensen!

Er zijn verscheidene resorts, vooral op het eiland Maratua. Reken op zo’n € 100 per nacht. Een aanrader is bijvoorbeeld het Pratasaba Resort. Zowel op Derawan als Maratua zijn er in de dorpjes ook goedkope homestays en pensions, vaak voor minder dan € 25 per nacht. Het pension Ananda heeft simpele en schone kamers in een dorpje op Maratua, meteen aan het strand.
Er is een klein vliegveldje op het eiland Maratua, maar er lijken nog geen regelmatige vluchten te zijn. Vlieg daarom naar Berau op het vasteland van Kalimantan, vanaf bijvoorbeeld Jakarta of Bali met een overstap in Balikpapan. Vanaf Berau met een speedboot naar Derawan (2 uur) of over land naar de haven Tanjung Batu (2 uur) en dan met de speedboot (30 minuten).

2. Ciremai-vulkaan en Linggajati

Er zijn tientallen vulkanen op het eiland Java. Sommige daarvan worden veel bezocht, zoals de Bromo (Oost-Java), Merapi (Midden-Java) en Tangkuban Perahu (West-Java), maar er zijn nog veel meer schitterende vulkanen die bezocht of beklommen kunnen worden. De vulkaan Ciremai (of Cereme) is met een hoogte van 3.078 de hoogste berg van de provincie West-Java. De Ciremai ligt in het noordoosten van de provincie, in een gebied waar niet veel toeristen komen. Het is echter zeer de moeite waard om deze vulkaan te beklimmen (vooral in het weekend doen ook veel Indonesische studenten dat). Doordat de Ciremai vrij geïsoleerd staat van de rest van de bergketen van Java heb je vanaf de top een schitterend uitzicht in alle richtingen, onder andere over de Javazee, de vulkaan Slamet in Midden-Java, en het berggebied rondom Bandung. Het is mogelijk om in één dag de berg te beklimmen en weer af te dalen, maar in de buurt van de top is ook een kampeerplaats. Een van de drie klimroutes is vanuit Linggajati. In dit dorpje werd in 1946, tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, een akkoord gesloten tussen Nederland en de nieuw gestichte Republiek Indonesië. Het gebouw waar de onderhandelingen plaatsvonden is nu een klein museum. Een bezoek aan de Ciremai is verder goed te combineren met de ‘garnalenstad’ Cirebon, of reis verder in zuidelijke richting naar het strand van Pangandaran.

Op enkele kilometers van Linggajati ligt het Sangkan Resort Aqua Park, met een groot zwembad. Kamers in dit hotel kosten zo’n € 35 per nacht. De stad Cirebon ligt 25 kilometer verderop. Een prima budgethotel daar is Ibis Budget Cirebon, vlakbij het station.
Vanaf het nieuwe vliegveld Kertajati is het zo’n 1½ uur rijden naar Linggajati. Vanaf Jakarta kun je ook met de trein naar Cirebon, en vanaf daar met de bus in de richting van Kuningan. Linggajati ligt vlakbij de doorgaande weg tussen Cirebon en Kuningan.

3. Alor

Alor is een van de oostelijkste eilanden van de Kleine Soenda-eilanden, gelegen ten oosten van Flores en ten noorden van Timor. Terwijl steeds meer toeristen de weg weten te vinden naar Flores, is Alor (net als de meeste andere eilanden van de provincie Oost-Nusa Tenggara) nog onontgonnen gebied. Met een oppervlakte van ongeveer 2.000 km² is het eiland iets groter dan de provincie Zeeland, dus in enkele dagen tot een week kun je het eiland goed verkennen. Alor heeft allerlei bijzondere bezienswaardigheden, zoals het traditionele dorp Takpala, het Museum 1000 Moko (een ‘moko‘ is een lokale traditionele bronzen trommel), allerlei watervallen en natuurlijk schitterende witte zandstranden. Alor is een uitstekende bestemming voor een reis met een combinatie van natuur, cultuur, zee en strand, maar dan met heel weinig andere toeristen. Alor is het hoofdeiland van de Alor-archipel, en het is ook een goede startplaats voor ‘island hopping‘ langs buureilanden zoals Pantar, Kepa en Pura.

Met weinig toeristen zijn er ook maar weinig hotels en andere onderkomens op Alor. Een modern hotel in het ‘hoofdstadje’ Kalabahi is het Pulo Alor Hotel, voor ongeveer € 35 per nacht. Hotels op Alor online boeken is een uitdaging. Een mooi bungalowpark dat wel online te boeken is, is Pantai Sebanjar aan de noordkust (vierpersoons bungalows aan het strand vanaf € 15 inclusief ontbijt).
Verschillende luchtvaartmaatschappijen vliegen naar Alor vanaf de provinciehoofdstad Kupang (West-Timor). De haven van Kalabahi op Alor wordt verder wekelijks aangedaan door een veerboot vanuit Kupang, en ongeveer twee keer per maand door een Pelni-schip op doorreis.

4. Banda Atjeh

De stad Banda Atjeh, provinciehoofdstad van Atjeh, ligt op het noordwestelijke puntje van Sumatra. Al eeuwenlang geldt Atjeh als de ‘veranda van Mekka’: het is het strengst islamitische deel van Indonesië. Het 16e- en 17e-eeuwse Sultanaat Atjeh was een van de sterkste en invloedrijkste rijken in de regio. Het beroemdste gebouw van de stad Banda Atjeh is de grote moskee ‘Baiturrahman’. Deze werd oorspronkelijk gebouwd in 1612, verwoest tijdens gevechten tegen de Nederlanders in 1873, en vervolgens door diezelfde Nederlanders herbouwd. Banda Atjeh werd zwaar getroffen door de grote tsunami van 2004: een groot deel van de stad werd verwoest en tienduizenden inwoners kwamen om het leven. De moskee bleef echter overeind staan. Naast de grote moskee is tegenwoordig ook het tsunamimuseum een populaire en indrukwekkende toeristische attractie. Banda Atjeh is dus een interessante bestemming, zeker ook vanwege de vriendelijke mensen en het Atjehse eten. Houd er wel rekening mee dat de sharia-wetgeving van kracht is in de provincie Atjeh. Een bezoek aan de stad Banda Atjeh is goed te combineren met het eiland Weh (Pulau Weh) om te duiken of snorkelen.

Een uitstekend, maar wel wat zakelijk, hotel in Banda Atjeh is het Kyriad Hotel Muraya, met kamers vanaf zo’n € 35 per nacht. Een goedkope en gezellige accommodatie met vriendelijk personeel is Mulia Homestay, vanaf € 14.
Er zijn meerdere vluchten per dag naar Banda Atjeh vanaf Jakarta, Medan en Kuala Lumpur.

5. Baliemvallei

De Baliemvallei (of ‘Grote Vallei’) ligt in het hooggebergte van Papoea. Door de hoge bergen en dichte oerwouden is reizen in Papoea lastig, en ook de Baliemvallei is in de praktijk alleen te bereiken met een vliegtuigje. Behalve het indrukwekkende landschap met immense bergen, vind je in de Baliemvallei de traditionele dorpen van het Dani-volk met hun ronde rieten hutten. Vooral bij de oudere inwoners dragen de mannen nog peniskokers en de vrouwen rokjes gemaakt van gras. Het bezoeken van sommige afgelegen dorpen vergt veel tijd (sommige bezoekers trekken weken of maanden uit voor trektochten door de jungle), maar ook dichterbij Wamena zijn traditionele dorpen. Langs de Baliemrivier is het inmiddels mogelijk om per auto te reizen. Een beroemde bezienswaardigheid in de vallei zijn de mummies. Dit zijn de overblijfselen van oude stamhoofden van een kleine 300 jaar geleden. De mummies liggen hier niet achter glas of in een museum, maar simpelweg in hutjes in de dorpen, en de bevolking neemt ze naar buiten om te laten zien als er bezoekers komen (tegen betaling). De mummies zijn in meerdere dorpen, maar de makkelijkst bereikbare is in het dorpje Sumpaima bij Jiwika. De laatste jaren wordt ook jaarlijks het Baliem Valley Culture Festival georganiseerd, waar de lokale cultuur en bijvoorbeeld de traditionele oorlogsvoering ervaren kunnen worden.

In de bergen buiten Wamena, de grootste plaats van de Baliemvallei, ligt The Baliem Valley Resort. Dit is het meest luxe onderkomen van de regio, met schitterend uitzicht en bungalows voor ruim € 100 per nacht. In Wamena zelf liggen enkele goedkopere hotels en pensions, maar die zijn niet te boeken via internet.
Voor reizen naar het binnenland van Papoea heb je een speciale toestemming/reisbrief nodig (“surat jalan”). Deze kun je krijgen in Jakarta en grote steden in Papoea, waaronder Jayapura. Wamena is bereikbaar per vliegtuig vanuit Jayapura.

6. Westkust van Lampung

De westkust van de provincie Lampung (zuidelijk Sumatra) is een uitgestrekt en vrij dunbevolkt gebied, met een schitterende kustlijn, uitstekende golven om te surfen, en in het achterland de bergen van het nationaal park Bukit Barisan Selatan. De grootste plaats aan de westkust van Lampung is Krui. Die plaats zelf is niet al te bijzonder, maar de omgeving is erg mooi. Zo’n 25 km ten zuiden van Krui is het dorp Tanjung Setia, en volgens surfers behoren de golven hier tot de beste ter wereld. Vooral de droge tijd tussen april en oktober is geschikt. Maar ook als je geen surfer bent is deze regio de moeite waard: ongerepte witte zandstranden, de ondergaande zon in de Indische oceaan, en het nationaal park. In de bergen, die tot zo’n 2.000 meter hoog zijn, leven veel bijzondere diersoorten waaronder de Sumatraanse olifant, Sumatraanse neushoorn en Sumatraanse tijger. Ten noorden van Krui ligt iets uit de kust ook het eilandje Pulau Pisang (‘bananeneiland’), waar in de omgeving vaak dolfijnen te zien zijn.

Prima accommodaties in Krui zijn Surfcamp Krui Palmbeach met hostelbedden vanaf € 8 en privékamers vanaf € 25, en het mooie Hotel Mutiara Alam Zandino met kamers voor zo’n € 30.
Krui ligt tussen de steden Bandar Lampung (250 km) en Bengkulu (350 km). Er rijden enkele bussen per dag van Bandar Lampung via Krui naar Bengkulu. Reken vanuit Bandar Lampung op 6-8 uur reistijd.

7. Ternate

Ternate is een klein Moluks vulkaaneiland met een grote geschiedenis. Het sultanaat van het eiland, dat nauwelijks groter is dan Terschelling, was in de 15e tot 17e eeuw een zeer machtig rijk. Ternate controleerde grote delen van de Molukken en de handel in kruidnagel. De Portugezen, Spanjaarden en de Nederlandse VOC vochten om de specerijenhandel, en Ternate speelde in deze oorlogen een belangrijke rol. Het sultanaat van Ternate bestaat nog steeds, al heeft de sultan geen echte macht meer. Bekende bezienswaardigheden op het eiland zijn het sultanpaleis, de Portugese forten Kalamata en Tolukko en het Nederlandse fort Oranje. Het is mogelijk de vulkaan Gamalama te beklimmen, al wordt de beklimming soms afgeraden of verboden vanwege vulkanische activiteit. Naast de historische gebouwen en de vulkaan heb je op Ternate natuurlijk ook allerlei mooie stranden. Het is ook mogelijk om een uitstapje te maken naar het buureiland Tidore (van het vroegere rivaliserende sultanaat). Met een speedboot duurt de overtocht zo’n 20 minuten. Het veel grotere en dunbevolkte eiland Halmahera is ook makkelijk bereikbaar.

Er zijn veel goedkope homestays en pensions in Ternate-stad aan de oostkant van het eiland. Een goede keuze is Kurnia Homestay, met kamers vanaf zo’n € 10. In de luxere categorie is er bijvoorbeeld Villa Ma’Rasai aan de westkant van het eiland, met zeezicht.
Er zijn meerdere vluchten per dag naar Ternate vanaf onder andere Jakarta, Makassar en Manado.

8. Belitung

Belitung, in het Nederlands ook wel Billiton genoemd, is qua oppervlakte het 17e eiland van Indonesië. Het eiland staat bekend om de superwitte zandstranden en bijzondere rotsformaties. Belitung is daarmee een schitterende bestemming voor een strandvakantie. Rondom Belitung bevinden zich tientallen zo niet honderden kleine eilandjes waarvan veel onbewoond zijn, dus een populaire bezigheid is om boottochtjes te maken langs verschillende stranden, eilandjes en snorkellocaties. Vooral de noordkust van Belitung heeft mooie stranden, en het gebied rondom de kaap Tanjung Kelayang is door de Indonesische overheid zelfs aangewezen als een van de ‘10 nieuwe Bali’s‘. Hier ligt vlak voor de kust ook het eilandje Lengkuas, met daarop de in 1882 gebouwde Nederlandse vuurtoren. Omdat Belitung een vrij groot eiland is (ongeveer zo groot als Gelderland) is er ook een groot binnenland. Hier kun je onder andere mooie wandelingen maken door de heuvels en langs watervallen. Ook vind je op Belitung veel goede visrestaurants.

Het nieuwe Swiss-Belresort Tanjung Binga is schitterend gelegen aan zee. Kamers vanaf ongeveer € 45. Vooral in de stad Tanjung Pandan zijn ook veel goedkope opties, zoals de Belitung Backpacker Homestay met bedden voor zo’n € 6 per nacht.
Er gaan meerdere vluchten per dag van Jakarta naar Belitung. De vlucht duurt 45 minuten. Er zijn ook enkele vluchten per week vanaf Singapore.

9. Blitar

De Oost-Javaanse stad Blitar staat in de schaduw van de veel grotere en bekendere stad Malang, zo’n 80 km verderop. Blitar is echter een mooi gelegen stad met veel bezienswaardigheden en zowel vulkanen als het strand in de nabijheid. De stad is vooral bekend vanwege Soekarno, de eerste president van Indonesië. Zijn familie had er tijdens zijn jeugd een zomerhuis, en dit gebouw ‘Istana Gebang‘ is nu een museum over Soekarno. Ook het graf van Soekarno bevindt zich in Blitar, en dit is een soort ‘nationaal monument’ dat door veel Indonesiërs bezocht wordt. Ongeveer 10 km buiten de stad staat de hindoeïstisch tempel Candi Penataran, die tussen de 12e en 15e eeuw gebouwd is. Het tempelcomplex is niet zo groot als de Prambanan bij Jogjakarta, maar bijna net zo indrukwekkend. Vanuit Blitar kun je eenvoudig een bezoek brengen aan de zuidkust van Java (bijvoorbeeld het mooie strand Pantai Pangi), de vulkaan Kelud, of simpelweg een tocht maken door de omringende thee- of cacaoplantages en rijstvelden.

Verreweg het mooiste hotel van Blitar is Hotel Tugu, gevestigd in een koloniaal 19e-eeuws gebouw. Kamers vanaf € 25 of suites vanaf € 50.
Er gaan meerdere treinen per dag naar Blitar vanuit onder andere Malang (1½ uur) en Jogjakarta (5 uur).

10. Nationaal park Lore Lindu

Lore Lindu is een van de ruim vijftig nationale parken van Indonesië. Het nationaal park is ongeveer zo groot als de Nederlandse provincie Limburg, en bestaat uit uitgestrekt bosgebied, waarvan een deel bergachtig is. Het grootste deel van het gebied is onbewoond, met alleen dorpjes langs de randen. Een uitzondering is het Lindumeer dat midden in het park ligt, met daarbij ook enkele vissersdorpjes. In de bossen van Lore Lindu wonen veel bijzondere diersoorten, zoals tonkeanmakaken, dwergbuffels, spookdiertjes en vogels waaronder de sulawesibijeneter en de hamerhoen. Vooral vogelaars bezoeken Lore Lindu om te wandelen in de ongerepte natuur en veel bijzondere vogels te kunnen zien. Enkele routes kunnen op eigen gelegenheid gelopen worden, en anders kun je een lokale gids vinden. Populaire bestemmingen zijn het meer, of de hoogste berg van het gebied, de Gunung Nokilalaki (2.370 m). Aan de zuidkant van het nationaal park is de Badavallei. Hier bevinden zich honderden megalieten (stenen monumenten) van zeker 700 jaar, en sommige zijn naar schatting duizenden jaren oud. Sommige beelden zien eruit als een mensfiguur (zoals de beelden op Paaseiland), maar er zijn ook allerlei andere vormen. Waar de megalieten oorspronkelijk voor bedoeld waren is onduidelijk.

In en rondom het nationaal park zijn enkel simpele homestays. Op en rondom de berg Nokilalaki zijn enkele plaatsen waar bergbeklimmers kunnen kamperen. In Poso, Tentena en Palu zijn hotels. Een prima en niet te duur (€ 25) hotel in Palu is Kampoeng Nelayan.
Het nationaal park ligt ten zuiden van provinciehoofdstad Palu. Het gebied rond het Lindumeer en de berg Nokilalaki is in ruim twee uur te bereiken. Het zuidelijke gebied van de Badavallei is ongeveer 3 uur rijden vanaf Tentena aan het Posomeer of vier uur vanaf het stadje Poso. In het gebied rond Poso en Tentena is het vaak onrustig; houd de reisadviezen en lokale media in de gaten.

Lees ook…

Een Reactie op “10x Indonesië buiten de gebaande paden

Plaats een reactie