Bedreigde diersoorten in Indonesië: vogels

Indonesië is een van de meest biodiverse landen ter wereld, met onder andere een groot aantal endemische diersoorten. Zo zijn er ook veel vogels die alleen maar of vooral in Indonesië voorkomen, en een deel daarvan wordt met uitsterven bedreigd. De onderstaande lijst toont 21 Indonesische vogelsoorten die ernstig bedreigd worden.

Op de ‘rode lijst’ van de internationale organisatie voor natuurbescherming IUCN betekent de status ‘ernstig bedreigd’ (critically endangered) dat er een zeer hoog risico op uitsterven is. Criteria daarbij zijn dat het aantal dieren van de soort zeer snel afneemt of erg klein is, dat het leefgebied van de soort snel kleiner wordt, en/of dat er een kans van tenminste 50% is op uitsterven binnen drie generaties of 10 jaar.

1. Kleine geelkuifkaketoe

De kleine geelkuifkaketoe (Cacatua sulphurea) is een van de ruim twintig soorten kaketoes. Het is een van de twee soorten, naast de Filipijnse kaketoe, die ernstig bedreigd is. De papegaaiachtige is een witte vogel met een gele kuif. De kleine geelkuifkaketoe wordt zo’n 35 cm groot. Het oorspronkelijke leefgebied was Sulawesi en de Kleine Soenda-eilanden (van Bali tot Timor), maar op steeds meer eilanden is de vogel uitgestorven. Enkele decennia geleden waren er nog tien- tot honderdduizenden kleine geelkuifkaketoe, maar de populatie is snel afgenomen, onder andere door ontbossing maar ook doordat de vogels gevangen worden en verhandeld als voedsel (in sommige delen van Indonesië) of als siervogel (internationaal). Er zijn naar schatting minder dan 2.500 vogels van deze diersoort over, waarvan de meeste op de eilanden Sumba en Komodo. De kleine geelkuifkaketoe lijkt veel op de grote geelkuifkaketoe, die met 45-55 cm een stuk groter is en voorkomt in Australië en op Nieuw-Guinea. Deze soort is niet bedreigd.

2. Burulori

De burulori (Charmosyna toxopei) is een soort lori, een felgekleurde papegaai. De vogel komt alleen voor op het Molukse eiland Buru, vandaar de naam. De burulori werd ontdekt tijdens een expeditie in de jaren 20, maar daarna ondanks meerdere zoektochten lange tijd niet meer aangetroffen. De bevolking van dorpen aan de westkant van het Ranameer op Buru gaf al die tijd wel aan de vogel te kennen, waardoor men er nog steeds vanuit ging dat de burulori niet was uitgestorven. Dat beeld werd bevestigd in 2014, toen onderzoekers twee burulori’s zagen en konden fotograferen. De burulori’s die gevonden werden in de jaren 20 en in 2014 waren hoger in de bergen, boven de 800 meter. Volgens de lokale bevolking zijn de vogels tijdens de warmere maanden ook lager te zien. Volgens wetenschappers is het leefgebied op Buru nog geschikt voor de burulori’s, omdat er op het eiland relatief weinig ontbost is. Toch is de vogel geclassificeerd als ernstig bedreigd, omdat de burulori alleen maar op een deel van dit eiland leeft en vrij weinig wordt gezien. De officiële schatting is dat er nog minder dan 250 burulori’s zijn.

3. Zilverduif

Bron: Nias Heritage Museum.

De zilverduif (Columba argentina) is een ernstig bedreigde duivensoort. De zilverduif lijkt veel op de niet-bedreigde bonte muskaatduif, maar de veren zijn meer zilverkleurig in plaats van grijs. Ook heeft de zilverduif rode huid rond de ogen. De soort komt nagenoeg alleen voor op kleine eilanden ten westen en oosten van Sumatra, al is er ook ooit een gezien op het vasteland van Sumatra. De duiven leven daar in de mangrove en andere bossen in de buurt van de kust, vaak in gebieden waar ook bonte muskaatduiven verblijven. De afgelopen jaren is bevestigd dat er nog zilverduiven in het wild leven, doordat ze zijn gezien en gefotografeerd bij de Mentawai-eilanden (West-Sumatra) en het eiland Simeulue (Atjeh). In 2016 werden ook twee zilverduiven gevonden in een kleine dierentuin op het eiland Nias (Noord-Sumatra), die waren binnengebracht door dorpelingen die dachten dat het bonte muskaatduiven waren. Er wordt gedacht dat er nog minder dan 50 zilverduiven leven, maar vanwege de gelijkenis met de bonte muskaatduif zouden ze dus ook over het hoofd gezien kunnen zijn.

4. Witschouderibis

De witschouderibis (Pseudibis davisoni) is een soort ibis, een pelikaanachtige vogelsoort. De vogel kwam vroeger voor in een groot deel van Zuidoost-Azië, van Myanmar en China tot aan Indonesië. Nu wordt de witschouderibis gezien als de meest bedreigde grote watervogel van Zuidoost-Azië, met nog maar twee leefgebieden: het grensgebied van Cambodja en Laos, en Oost-Kalimantan in Indonesië. Verreweg de meeste overgebleven witshouderibissen leven in het noorden van Cambodja, met waarschijnlijk zo’n 600 volwassen vogels in dat gebied. In Indonesië zijn naar schatting nog zo’n 30 tot 100 witschouderibissen, bij de bovenloop van de rivier Mahakam in Oost-Kalimantan. Een grote bedreiging voor de vogels is de jaarlijkse bosbranden die plaatsvinden op Kalimantan. De witschouderibis lijkt vrij veel op de wrattenibis, een vogelsoort in India, Pakistan en Nepal die niet bedreigd is.

5. Helmneushoornvogel

De helmneushoornvogel (Rhinoplax vigil) is een van de ongeveer 60 soorten neushoornvogels, en een van de drie die ernstig bedreigd wordt. Net als alle andere neushoornvogels heeft de helneushoornvogel een grote gebogen snavel. Waar bij de meeste andere soorten een soort holle ‘hoorn’ bovenop de snavel zit, heeft deze soort een hoorn (of ‘helm’) van massief bot. Dit draagt ook bij aan de ernstig bedreigde status, want stropers jagen op de vogels om dit bot, dat lijkt op ivoor, te kunnen verhandelen. De helmneushoornvogel komt voor in de laaglandbossen van Sumatra, Kalimantan en ook Maleisië en het zuidelijke deel van Thailand. Er wordt gedacht dat er nu nog vrij veel vogels van de soort zijn, maar door de toenemende ontbossing en jacht is de verwachting dat de helmneushoornvogel in steeds meer delen van dit gebied uitsterft. Verschillende andere soorten neushoornvogels komen ook in Indonesië voor, zoals de Maleise jaarvogel (bedreigd), dubbelhoornige neushoornvogel, Soemba-jaarvogel, Temmincks neushoornvogel, zwarte neushoornvogel (allemaal kwetsbaar), bonte neushoornvogel en Papoea-jaarvogel (beide niet bedreigd).

6. Floreskuifarend

De floreskuifarend (Nisaetus floris) is een van de ongeveer twintig soorten kuifarenden. De Floreskuifarend lijkt veel op de (niet-bedreigde) Indische kuifarend, maar heeft een minder duidelijke kuif en een witte in plaats van bruine kop. Er is geen precieze informatie beschikbaar, maar op basis van schattingen zijn er nog maar minder dan 250 van deze vogelsoort over. De floreskuifarend leeft in laaglandbossen op de eilanden Flores, Sumbawa, Lombok en Alor. Omdat elk paartje naar schatting zo’n 40 vierkante kilometer bosgebied bestrijkt heeft de soort veel last van ontbossing en oprukkende dorpen en wegen. Omdat de arenden vaak kippen aanvallen zien lokale boeren de vogels als plaag. De floreskuifarend wordt dus ook bedreigd doordat boeren ze proberen af te schieten. Indonesische natuurorganisaties proberen de vogelsoort te beschermen door bos te behouden en de lokale bevolking te informeren over de status van de floreskuifarend. Verschillende andere soorten kuifarenden komen ook voor in Indonesië. De bekendste daarvan is de eveneens bedreigde Javaanse kuifarend. Die soort wordt gezien als de ‘nationale vogel’ van Indonesië, en het nationale symbool Garuda wordt vaak afgebeeld als Javaanse kuifarend.

7. Siaudwergooruil

De siaudwergooruil (Otus siaoensis) is een van de tientallen soorten dwergooruilen. Zeker vijftien van deze soorten komen voor in Indonesië, van veelvoorkomende soorten zoals de Indische dwergooruil en Wallace’ dwergooruil tot de bedreigde floresdwergooruil. De enige ernstig bedreigde soort is de siaudwergooruil. Deze werd gevonden in 1866 op het eiland Siau (Noord-Sulawesi), en sindsdien is er geen bevestiging meer geweest dat de vogelsoort nog bestaat, ondanks verschillende zoektochten op Siau. Volgens de lokale bevolking is de siaudwergooruil echter nog niet uitgestorven, en wetenschappers gaan daar vooralsnog dus ook vanuit.

8. Javaanse kievit

Javaanse kievit, waarschijnlijk opgezet in de 19e eeuw (foto Lorenzo Vinciguerra)

De Javaanse kievit (Vanellus macropterus) is de enige soort kievit die op Java voorkomt of voorkwam. De vogelsoort werd in de 19e eeuw gevonden langs zowel de noordwestkust als de zuidoostkust van Java, in moerasgebieden en rivierdelta’s. Nadat de vogel in 1940 in de Citarumdelta ten oosten van Jakarta is gezien, is er echter geen bevestiging meer dat de Javaanse kievit nog bestaat. Gezien de oprukkende verstedelijking is het onwaarschijnlijk dat er nog kievitten in dit gebied zijn, maar er komen van tijd tot tijd onbevestigde berichten over Javaanse kievitten, bijvoorbeeld in Lumajang (Oost-Java). Wetenschappers houden ook de mogelijkheid open dat er nog Javaanse kievitten leven in gebieden op andere eilanden. Het drasland van Billiton (Belitung) zou bijvoorbeeld geschikt kunnen zijn voor de vogelsoort. De Javaanse kievit lijkt vrij veel op de in het oosten van Indonesië voorkomende maskerkievit, maar die soort heeft een witte onderkant en rode poten, terwijl de Javaanse kievit een bruinzwarte onderkant en gele poten heeft.

9. Javaanse blauwborstijsvogel

De Javaanse blauwborstijstvogel (Alcedo euryzona) is een soort (rivier)ijsvogel die alleen voorkomt op het eiland Java. De vogel lijkt veel op de Maleise blauwborstijsvogel, en vroeger werden die twee als dezelfde soort gezien. De Maleise blauwborstijsvogel, die voorkomt in Maleisië en op Sumatra en Kalimantan, heeft de status ‘gevoelig’ (bijna bedreigd). De Javaanse blauwborstijsvogel is ernstig bedreigd. De vogel komt alleen voor in de buurt van rivieren in laaglandbossen. Door ontbossing en verstedelijking wordt het leefgebied steeds kleiner. De afgelopen jaren is de vogelsoort alleen waargenomen in het nationaal park Halimun Salak in West-Java en op twee plaatsen in Oost-Java. Wetenschappers schatten dat er nog maar zo’n 50 tot 250 Javaanse blauwborstijsvogels zijn, al wordt er ook rekening mee gehouden dat het er meer zijn omdat het een ‘verlegen’ vogel is die moeilijk vindbaar is.

10. Kortstaartkitta

De kortstaartkitta (Cissa thalassina) is een kraaiachtige vogel, in het Engels Javan green magpie oftewel ‘Javaanse groene ekster’ genoemd. De kortstaartkitta is ernstig bedreigd, en komt alleen voor op het eiland Java. De soort lijkt veel op de op Borneo voorkomende Kinabalukitta, maar is feller groen, heeft donkerdere ogen en maakt andere geluiden. De kortstaartkitta leeft in bossen op berghellingen tussen 500 en 2.000 meter hoogte. De vogelsoort is de afgelopen decennia alleen gezien in nationale parken in West- en Midden-Java. Wetenschappers denken dat er minder dan 250 kortstaartkitta’s over zijn, en die zijn ook nog eens verspreid in enkele kleine groepjes. Behalve ontbossing is de grootste bedreiging voor de vogelsoort dat ze gevangen worden en verhandeld worden als zangvogels. Het Cikananga Wildlife Center in Sukabumi (West-Java) heeft een fokprogramma voor gevangen kortstaartkitta’s om te proberen de soort in stand te houden.

11. Sangirlijsterdikkop

De sangirlijsterdikkop (Coracornis sanghirensis) is een soort zangvogel die alleen voorkomt op het eiland Groot-Sangihe, een van de Sangihe-eilanden (vroeger ook wel gespeld als Sangir) ten noorden van Noord-Sulawesi. De vogelsoort wordt ook wel grote tiranmuisspecht genoemd. Het is een vrij klein vogeltje met bruine tot olijfgroene veren. De soort is ernstig bedreigd, want de vogel komt alleen voor in oerbos rond de krater van de uitgedoofde vulkaan Sahendaruman, tussen ongeveer 600 en 1.000 meter hoogte. Daarmee is het leefgebied van de sangirlijsterdikkop niet meer dan 6 km2. Wetenschappers schatten dat er minder dan 250, en wellicht zelfs minder dan 100 van deze vogelsoort over zijn. Verdere ontbossing van het kleine leefgebied maakt het waarschijnlijk dat dit aantal nog verder afneemt.

12. Banggaikraai

De banggaikraai (Corvus unicolor) is een van de vele soorten kraaien. De kraaiensoort is geheel zwart, maar met vrij lichte ogen. De status van de banggaikraai was voorheen ‘mogelijk uitgestorven’, maar uit zoektochten in 2004, 2006 en 2007 bleek dat de soort nog bestaat. Deze soort kraai komt alleen voor op de Banggai-eilanden voor de oostkust van Midden-Sulawesi. Tijdens de zoektochten werd de banggaikraai gevonden op berghellingen in het westen van het eiland Peleng en rond de landengte in het midden van het eiland. Er is ook gezocht op het eiland Banggai, maar daar werd alleen de veel bekendere soendakraai gevonden. Er wordt geschat dat er minder dan 250 volwassen banggaikraaien over zijn, al is er veel onzekerheid over deze schatting.

13. Rücks niltava

De Rücks niltava (Cyornis ruckii) is een soort vliegenvanger. Het vogeltje is grotendeels blauw, met een witte buik en zwarte snavel en poten. De Rücks niltava is alleen bekend van twee exemplaren die in 1917 en 1918 gevonden werden in het laaglandgebied ten noorden van Medan (Noord-Sumatra). Sindsdien is de vogel nooit meer gezien, maar gezien de uitgestrektheid van de laaglandbossen van Sumatra zijn wetenschappers er niet zeker van of de vogelsoort uitgestorven is. Het is onzeker of de Rücks niltava een trekvogel is. In 1917/1918 werden de vogels op Sumatra gevonden in de maanden januari en april, dus het zou kunnen dat ze andere maanden van het jaar naar het noorden trekken. De vogel vertoont gelijkenis met de Hainanniltava die voorkomt in onder andere China, Laos en Vietnam, dus er zou een verband kunnen zijn. De Indonesische naam voor de vogelsoort is sikatan Aceh oftewel Atjeh-vliegenvanger, ondanks dat het vogeltje alleen in Noord-Sumatra en nooit in Atjeh is gevonden.

14. Rowleys monarch

De Rowleys monarch (Eutrichomyias rowleyi) is een soort monarch die voorkomt op de Sangihe-eilanden ten noorden van Noord-Sulawesi. De soort is genoemd naar vogelaar en ontdekkingsreiziger George Dawson Rowley. De Engelse naam is cerulean paradise flycatcher oftewel ceruleumblauwe paradijsvliegenvanger. De vogelsoort werd voor het eerst beschreven in 1878, en daarna is lang gedacht dat de soort was uitgestorven. In 1998 werden echter weer Rowleys monarchen gevonden in de valleien van de Sahendarumanvulkaan aan de zuidkant van het eiland Sangihe. Wetenschappers gaan er nu vanuit dat deze valleien de enige plek zijn waar de vogel voorkomt: zoektochten bij de Awu-vulkaan aan de noordkant van het eiland, en op naburige eilandjes, hebben niets opgeleverd. De officiële schatting is dat er nog zo’n 30 tot 150 exemplaren van de vogelsoort zijn, en dat dit afneemt door ontbossing.

15. Boanomonarch

De boanomonarch (Symposiachrus boanensis) is net als de bovengenoemde Rowleys monarch een ernstig bedreigde soort monarch. Ook deze vogelsoort komt maar voor op één eiland: het eilandje Boano voor de westkust van Seram (Molukken). Op dit eiland leeft de vogel waarschijnlijk alleen in een klein deel van het bergachtige zuiden, tussen ongeveer 150 en 500 meter hoogte. De boanomonarch werd voor het eerst gevonden in 1918, en daarna pas weer in 1991. Sindsdien zijn de vogels een paar keer gezien en gehoord, en volgens schattingen leven er nog ongeveer 100 tot 200 van de soort. Ontbossing en intensief gebruik van de overgebleven bossen zorgen ervoor dat het aantal boanomonarchen waarschijnlijk afneemt.

16. Balispreeuw

De balispreeuw (Leucopsar rothschildi) is een soort spreeuw. De spreeuwensoort is grotendeels wit, met uitzondering van deels zwarte vleugels en blauw rond de ogen. Daarmee lijkt de balispreeuw op de eveneens ernstig bedreigde zwartvleugelspreeuw (zie hieronder). De balispreeuw is ernstig bedreigd door stroperij en het vangen van de vogels om te verhandelen als siervogel. Het leefgebied van de spreeuwensoort was het noorden en westen van Bali, maar in de afgelopen eeuw is het aantal balispreeuwen sterk afgenomen. Nu komt de soort alleen nog voor in het uiterste noordwesten van het eiland, bij het nationaal park West-Bali. Er is de afgelopen decennia geprobeerd om het aantal in het wild levende balispreeuwen te vergroten door gevangen vogels opnieuw uit te zetten. Op het eiland Nusa Penida, ten zuidoosten van Bali, heeft dat enig succes: in 2009 werden er meer dan 125 balispreeuwen geteld op dat eiland. In het oorspronkelijke leefgebied in Noordwest-Bali zijn naar schatting nog maar zo’n 50 balispreeuwen over.

17. Zwartvleugelspreeuw

Zoals hierboven aangegeven lijkt de zwartvleugelspreeuw (Acridotheres melanopterus) op de balispreeuw. De vleugels bevatten alleen meer zwart, en de huid rond de ogen is geel in plaats van blauw. Ook heeft de balispreeuw een grotere witte kuif dan deze zwartvleugelspreeuw. De spreeuwensoort komt oorspronkelijk voor op Java en Madura. Ooit was het een veelvoorkomende vogel, maar vooral sinds de jaren 60 is de populatie snel afgenomen, vooral omdat de zwartvleugelspreeuw wordt verhandeld als siervogel. Een groep ontsnapte vogels zorgde er een tijdje voor dat er zwartvleugelspreeuwen in het wild in Singapore leefden, maar er wordt nu gedacht dat deze populatie weer is uitgestorven. Het Cikananga Wildlife Center in Sukabumi (West-Java) heeft een succesvol fokprogramma voor de spreeuwensoort, en probeert op verschillende plaatsen de spreeuwen weer in het wild uit te zetten.

18. Niasbeo

Nog een spreeuwachtige die ernstig bedreigd wordt is de niasbeo (Gracula robusta). Het is een grote soort beo, die kan worden onderscheiden van andere beo’s door de vrij grote witte vlek op de vleugels. Zoals de naam aangeeft komt de vogelsoort voor op het eiland Nias (Noord-Sumatra), en daarnaast wordt de niasbeo ook gevonden op de naburige Banyakeilanden (Atjeh). Het aantal niasbeo’s is sterk afgenomen doordat ze gevangen worden en verhandeld worden als kooivogel. In 2010 was er een grote expeditie van stropers die (niet-bedreigde) shamalijsters wilden vangen, maar daarbij zijn ook veel niasbeo’s meegenomen. Er zijn daarom naar schatting nog minder dan 250 exemplaren van de soort over, op wellicht maar twee eilanden. Net als sommige papegaaiensoorten staat de niasbeo bekend als pratende vogel: de soort imiteert geluiden, waaronder de roep van andere vogels maar dus ook menselijke spraak.

19. Javaanse lijstergaai

De Javaanse lijstergaai (Garrulax rufifrons) is een vrij grote soort lijstergaai die alleen op Java voorkomt. In het Indonesische heet deze vogel ‘poksai kuda‘. ‘Kuda‘ betekent ‘paard’, en de vogel heeft deze naam gekregen omdat het geluid van de Javaanse lijstergaai lijkt op het zacht hinniken van een paard. De vogelsoort komt voor op hoogte (boven de 1.000 meter hoogte) in het westen en midden van Java. In het verleden was het een vrij veelvoorkomende vogel in alle berggebieden van dit deel van Java, zoals in het nationaal park Halimun Salak in West-Java op de vulkaan Slamet in Midden-Java. De enige plek waar de Javaanse lijstergaai nu nog met zekerheid voorkomt is het nationaal park Gede Pangrango, ten oosten van Bogor (West-Java). Naar schatting zijn er nog minder dan 250 exemplaren van de vogelsoort over in het wild. De Javaanse lijstergaaien worden bedreigd doordat ze worden gevangen en verhandeld als kooivogel. Door de afnemende populatie neemt de handel ook af, al werden er tussen 2014 en 2016 verschillende Javaanse lijstergaaien gevonden op markten in Surabaya, Tasikmalaya, Bandung en Jakarta. Het Cikananga Wildlife Center in Sukabumi (West-Java) heeft een fokprogramma om de soort in stand te houden. In 2014 werd dit centrum overvallen en zijn er drie Javaanse lijstergaaien gestolen, waarschijnlijk om te verkopen als kooivogel. Van de lijstergaaien van het geslacht Garrulax is de Javaanse lijstergaai de enige die ernstig bedreigd is, maar ook de zwartwitte lijstergaai die voorkomt op Sumatra staat sinds 2016 te boek als bedreigd.

20. Geelkruinbuulbuul

De geelkruinbuulbuul (Pycnonotus zeylanicus) is een soort buulbuul die van oorsprong voorkwam in een groot deel van Zuidoost-Azië, van Myanmar tot aan Java. In het Indonesisch heet de vogel ‘cucak rawa‘ oftewel ‘moerasbuulbuul’. De vogel werd gevonden in moerasgebieden en rivierdelta’s in Myanmar, Thailand, Maleisië, Brunei, Singapore en Indonesië (Sumatra, Java en Kalimantan). In de meeste gebieden is de geelkruinbuulbuul nu uitgestorven, maar er zijn nog kleine populaties in Brunei, Singapore en Maleisisch Borneo, en in Indonesië op Kalimantan en Sumatra. Omdat de vogel veel gevangen wordt om te verhandelen als kooivogel verwachten wetenschappers dat de vogelsoort in Indonesië gauw zal uitsterven. Het is een populaire vogel vanwege het mooie zanggeluid. In de jaren 80 was de vogel nog veelvoorkomend, en de prijs als kooivogel op de markt lag rond de 20 dollar. Een onderzoek in 2018 vond geelkruinbuulbuuls op markten in Sumatra, waarbij de prijs inmiddels boven de 750 dollar (€ 660) lag.

21. Sumatraanse grondkoekoek

De Sumatraanse grondkoekoek (Carpococcyx viridis) is een soort grondkoekoek, uit hetzelfde geslacht als de Maleise grondkoekoek (Borneo, niet bedreigd) en de Siamese grondkoekoek (Indochina, kwetsbaar). Er is vrij weinig bekend over de Sumatraanse grondkoekoek, maar zoals de naam al aangeeft is het een koekoeksoort die leeft op de grond op het eiland Sumatra. De vogel leeft in dichte bossen in lagere delen van bergachtige gebieden. In de afgelopen eeuw is de vogelsoort alleen gezien, gefotografeerd of gevangen in de nationale parken Bukit Barisan Selatan en Kerinci Seblat, beide in de zuidelijke helft van het eiland. Omdat de vogelsoort maar weinig gezien wordt en door ontbossing een afnemend leefgebied heeft wordt er geschat dat er minder dan 250 Sumatraanse grondkoekoeken over zijn. Omdat de koekoek op de grond leeft komt het ook voor dat ze in een val raken die gezet is voor andere dieren, zoals wilde hoendervogels.

Lees ook…

Een Reactie op “Bedreigde diersoorten in Indonesië: vogels

  1. Deze week lees ik op verschillende plekken dat de aanplant van een groot bos de wereld kan redden van de klimaatverandering.

    Voor veel van deze vogels zal dat vast ook een verbetering zijn.

    Natuurvriendelijke groet,

Plaats een reactie